Met de toenemende populariteit van cryptomunten zoals Bitcoin, Ethereum, XRP en talloze andere digitale valuta’s, staan ook fiscale professionals en vennootschappen voor nieuwe uitdagingen. Zo zien we dat steeds meer vennootschappen zich gaan bezighouden met het minen van cryptomunten. Dit roept belangrijke vragen op inzake de fiscale behandeling in de vennootschapsbelasting en de boekhoudkundige verwerking.

Winstbegrip in de vennootschapsbelasting
Voor de fiscale behandeling en de belasting van het minen van crypto in de vennootschap is artikel 24 WIB92 van groot belang. Dit artikel stelt dat exploitatiewinst alle verrichtingen omvat die door de onderneming worden uitgevoerd of veroorzaakt. Bijgevolg kwalificeren alle inkomsten van een vennootschap in principe als beroepsinkomsten en zijn dus mogelijks belastbaar, ongeacht of deze inkomsten in geld, natura of cryptomunten worden ontvangen.
Het Hof van Cassatie vult het winstbegrip in via de netto-actiefbenadering: winst is de toename van het netto-actief tijdens het belastbaar tijdperk. Bovendien stelt het Hof dat de belastbare winst moet worden vastgesteld volgens de boekhoudkundige regels, tenzij de fiscale wet daarvan afwijkt. Dit betekent dat men teruggrijpt naar de boekhouding, waarbij de belastbare basis van de vennootschap (kort door de bocht) alles is wat binnenkomt in de vennootschap – verminderd met de kosten – in principe belastbaar is.
waardering van geminede cryptomunten: historische kostprijs
Zoals hierboven weergegeven, is het essentieel hoe geminede cryptomunten boekhoudkundig en bijgevolg fiscaal gewaardeerd moeten worden. Indien een onderneming bijvoorbeeld BTC of ETH ontgint met de bedoeling om deze later te gebruiken of te verkopen, kan worden verdedigd dat de ontgonnen cryptomunten kwalificeren als voorraad, een vlottend actief. In de rechtsleer wordt bovendien verdedigd dat mining geen dienst onder bezwarende titel vormt, maar eerder dat deze cryptomunten zelf worden geproduceerd, vergelijkbaar met de ontginning van grondstoffen zoals goud of zilver. In dat geval wordt algemeen aanvaard dat de ontgonnen grondstoffen – of in ons geval de geminede coins – mogen worden geboekt aan de aanschaffingswaarde, wat overeenstemt met de historische kostprijs om deze coins te minen.
Dit is boekhoudkundig van groot belang, aangezien er bij toepassing van de netto-actiefbenadering van winst in dit scenario geen sprake is van een toename van het netto-actief en dus geen belastbare winst.
Concreet betekent dit dat wat boekhoudkundig binnenkomt in de vennootschap, gelijk is aan wat er buitengaat aan kosten. De balans blijft hierdoor in evenwicht. Stel bijvoorbeeld dat de totale kost van miningactiviteiten, zoals investeringen in apparatuur en elektriciteitsverbruik, 1.000 EUR per jaar bedraagt om 1.000 cryptomunten te minen. In dat geval mag elke coin worden gewaardeerd aan de kostprijs van 1 EUR. Boekhoudkundig wordt er dus een opbrengst van 1.000 EUR geregistreerd door de opname van de coins op de balans. Tegelijkertijd worden deze opbrengsten geneutraliseerd door de kost van 1.000 EUR voor het minen ervan, wat resulteert in een nettoresultaat van 0. Dit betekent dat er geen belastbare winst wordt gerealiseerd zolang de cryptomunten niet daadwerkelijk worden verhandeld.
Voor de volledigheid merken we op dat er in de rechtsleer nog andere zienswijzen bestaan die stellen dat mininginkomsten kunnen worden beschouwd als inkomsten in natura voor diensten geleverd aan het cryptonetwerk. Echter, ook in dit geval wordt in de rechtsleer aanvaard dat een waardering aan historische kostprijs mogelijk is. Hierdoor blijft de fiscale impact beperkt tot de effectieve kosten die gemaakt werden voor het minen van de cryptomunten, zonder onmiddellijke resultaatserkenning zolang de cryptomunten niet worden gerealiseerd.
Verkoop van de cryptomunten
Wanneer de cryptomunten op een later tijdstip worden verkocht, zal men voor de bepaling van de fiscale belastbare grondslag de meerwaarde moeten berekenen als het verschil tussen de historische kostprijs van deze cryptomunten en de verkoopprijs. In ons voorbeeld, waarbij de aanschaffingswaarde 1 EUR per coin bedraagt en deze op een later tijdstip wordt verkocht voor 100 EUR, resulteert dit in een meerwaarde van 99 EUR. Deze meerwaarde zal vervolgens belast worden aan het toepasselijke tarief in de vennootschapsbelasting, zijnde 20% of 25%, afhankelijk van de grootte van de vennootschap en de omvang van de belastbare winst. Uiteraard rijst hier ook de vraag welke methode wordt gehanteerd om te bepalen welke cryptomunten precies werden verkocht (FIFO, LIFO of een andere methode). Voor een diepgaande analyse hiervan verwijzen we graag naar ons afzonderlijk artikel over waarderingsmethodes bij de verkoop van cryptomunten.
Conclusie: fiscale behandeling van minen van crypto in de vennootschap
Alle inkomsten van een vennootschap kwalificeren in principe als winst, bepaald volgens de netto-actiefbenadering waarbij de toename van het netto-actief gedurende het belastbaar tijdperk belastbaar is. De boekhoudkundige waardering van cryptomunten is hierbij cruciaal.
Geminede cryptomunten worden in de regel gewaardeerd aan de historische kostprijs, waardoor er op het moment van ontginning geen belastbare winst ontstaat. Belasting volgt pas bij realisatie, zoals verkoop of ruil, waarbij de meerwaarde tussen de historische kostprijs en de verkoopprijs belast wordt aan het toepasselijke vennootschapsbelastingtarief.
Comments